REGLEMENT VOOR DE TERREINEN EN DE STEUNPUNTEN VAN DE UNIE
Artikel 1. Algemene bepalingen
1. Het Reglement voor de Terreinen en de Steunpunten van De Unie, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, en artikel 10, lid 2, van het Huishoudelijk Reglement, is vastgesteld overeenkomstig artikel 13, lid 2 en 3, van de statuten van De Unie.
2. Onder ‘terreinen’ wordt in dit Reglement verstaan de door De Unie beheerde recreatieterreinen met de daarbij behorende voorzieningen.
3. Onder ‘steunpunten van De Unie’ wordt in dit Reglement verstaan de jachthavens waar De Unie een overeenkomst mee heeft op grond waarvan de leden en juniorleden van De Unie op vertoon van hun lidmaatschapspas per steunpunt, per jaar, drie dagen (overnachtingen) gratis een ligplaats kunnen vragen.
4. Het bestuur van De Unie is bevoegd nadere regels voor bepaalde terreinen van De Unie vast te stellen en specifieke aanwijzingen te geven voor het gebruik van die terreinen.
5. Het Reglement voor de Terreinen en de Steunpunten van De Unie, alsmede de nadere regels en aanwijzingen voor bepaalde terreinen, zijn van toepassing op personen en pleziervaartuigen, die aanwezig zijn op of in en gebruik maken van terreinen, water, voorzieningen, materieel en materiaal van De Unie. In gevallen waarin dit Reglement niet voorziet beslist of handelt het bestuur.
6. Verschil van mening over de uitleg en/of de uitvoering van het Reglement voor de Terreinen en de Steunpunten van De Unie, alsmede van de nadere regels en aanwijzingen voor bepaalde terreinen, wordt voorgelegd aan het bestuur. Het bestuur doet daarover zo spoedig mogelijk een bindende uitspraak.
7. Eventuele vragen en/of klachten kunnen schriftelijk aan het bestuur worden kenbaar gemaakt. Deze worden in de eerstvolgende bestuursvergadering behandeld. Het resultaat daarvan wordt schriftelijk aan betrokkene meegedeeld.
Artikel 2. Aansprakelijkheid
1. De Unie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade wegens diefstal of voor enige andere schade aan personen, pleziervaartuigen en andere eigendommen van leden en passanten gedurende het verblijf in/op de terreinen van De Unie, met de daarbij behorende voorzieningen, tenzij deze schade het gevolg is van een aan De Unie toerekenbare grove nalatigheid of ernstige tekortkoming.
2. Pleziervaartuigen en eigendommen van leden en passanten zijn niet door De Unie tegen brand of andere schade verzekerd. Elk lid, dat gebruik maakt van een ligplaats aan de terreinen van De Unie, is verplicht een WA-verzekering te hebben en dient er tevens voor te zorgen, bijvoorbeeld door een pleziervaartuigen verzekering, dat zijn pleziervaartuig voldoende verzekerd is. Het bestuur kan een verzoek doen aan leden om een kopie van de geldende polissen en de betalingsbewijzen te overleggen.
3. De eigenaar of houder van een pleziervaartuig is aansprakelijk voor de kosten van herstel van schade of vergoeding van schade veroorzaakt door of met zijn pleziervaartuig en/of door toedoen van hem, zijn opvarenden of zijn gasten. Hieronder is mede begrepen milieuschade en schade ontstaan door het manoeuvreren bij of binnen de terreinen en in de jachthavens die steunpunt zijn van De Unie, het afmeren van het pleziervaartuig, het ondeugdelijk gemeerd liggen en/of ander onoordeelkundig of onrechtmatig handelen met het pleziervaartuig, met de voorzieningen van De Unie of met eigendommen van anderen.
Artikel 3. Terreingemachtigden en Terreincommissarissen
1. De door het bestuur van De Unie benoemde Terreingemachtigden en Terreincommissarissen, als genoemd in artikel 9 van het huishoudelijk reglement, treden op namens het bestuur. Zij fungeren als gastheer en dragen zorg voor de noodzakelijke werkzaamheden en activiteiten ten behoeve van een adequate (dagelijkse) gang van zaken in en op de terreinen en houden daarbij namens het bestuur toezicht op handelen dan wel nalaten van leden en passanten verband houdend met de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van andere leden en passanten en met de eigendommen van De Unie.
2. De Terreingemachtigden en Terreincommissarissen zijn namens het bestuur belast met de navolgende taken en leggen daarover verantwoording af aan het bestuur:
a. De Terreingemachtigden adviseren het bestuur c.q. de Bestuurscommissie Beheer inzake gewenst (groot) onderhoud aan eigendommen van De Unie.
b. De Terreingemachtigden zien erop toe dat de eigendommen van De Unie in goede staat blijven. In geval van beschadiging melden zij dit aan het bestuur, onder vermelding van de oorzaak en/of (indien mogelijk) de naam van de veroorzaker van de schade.
c. De Terreingemachtigden en Terreincommissarissen dragen in overleg met elkaar zorg voor het handhaven van de geldende wet- en regelgeving en voeren besluiten van het bestuur uit, voor zover deze betrekking hebben op het gebruik van de terreinen, en ook op leden en passanten.
d. De Terreincommissarissen dragen er zorg voor dat de rust en orde op de terreinen worden gehandhaafd en treden corrigerend op als leden of passanten zich daaraan niet houden.
e. De Terreincommissarissen oefenen toezicht uit op eigendommen van de leden van De Unie. In geval van (dreigende) schade waarschuwen zij het betreffende lid en nemen de gewenste maatregelen om schade te voorkomen of te beperken.
f. De Terreingemachtigden en Terreincommissarissen ontvangen geïnteresseerden in het lidmaatschap van De Unie, lichten hen in over de gebruiken en regels bij De Unie en nemen – indien van toepassing – van hen een ingevuld en ondertekend inschrijfformulier voor het aanvragen van het lidmaatschap in ontvangst, dat zij onverwijld doen toekomen aan de secretaris van het bestuur.
3. Indien zich op de terreinen van De Unie met de daarbij behorende voorzieningen een probleem voordoet, waarbij de desbetreffende Terreingemachtigde en/of Terreincommissaris niet bevoegd is op te treden, meldt hij dit probleem zo spoedig mogelijk aan het bestuur.
4. Eenieder, die zich op de terreinen van De Unie met de daarbij behorende voorzieningen bevindt, dient de aanwijzingen van de Terreingemachtigden en de Terreincommissarissen op te volgen.
5. Een Terreingemachtigde en/of een Terreincommissaris is bevoegd ligplaatsen te reserveren voor de aan een evenement van De Unie deelnemende pleziervaartuigen.
6. Een Terreingemachtigde is bevoegd eenieder, die de voor het desbetreffende terrein geldende bepalingen opzettelijk niet nakomt of op enige andere wijze opzettelijk de orde en/of rust aldaar verstoort of dreigt te verstoren, langer verblijf op of aan dat terrein te ontzeggen. Het bestuur wordt daarover zo spoedig mogelijk geïnformeerd.
7. Een Terreingemachtigde kan, in overleg met het bestuur, de toegang tot het terrein verbieden aan pleziervaartuigen, die door hun aanblik en/of staat van onderhoud het aanzien van een terrein aantasten en/of een gevaar kunnen opleveren voor hun omgeving. Tevens kan een Terreingemachtigde, in overleg met het bestuur, de toegang tot een terrein verbieden aan personen, die handelen in strijd met dit Reglement en de overige reglementen van De Unie.
8. Een Terreingemachtigde heeft, in overleg met het bestuur, het recht vaartuigen, trailers of andere zaken en voorwerpen, die toebehoren aan een lid en die zich op het terrein bevinden zonder dat het desbetreffende lid daartoe gerechtigd is, te doen verwijderen op kosten van het desbetreffende lid.
9. Bezoek langszij nemen is toegestaan. Hiervoor is de passantenregeling van toepassing. Het lid waarnaast afgemeerd wordt heeft de mogelijkheid om 3 maal per seizoen het passantentarief tot 19:00 u te voldoen. Hiervoor zal de functionaris die de passantenregeling uit voert een hoekje van de lidmaatschapskaart afknippen. Dat geldt als betaling. Na 19.00u is het passantentarief verschuldigd.
Als langszij niet gewenst is of daar geen ruimte voor is, dan moet aan de gele palen worden afgemeerd volgens de passantenregeling.
Artikel 4. Toegang tot de terreinen
1. Indien het bestuur heeft besloten een lid of juniorlid toe te laten tot De Unie, heeft
hij op basis van beschikbaarheid het recht met zijn pleziervaartuig ligplaats te
kiezen aan de terreinen van De Unie. Hij en zijn opvarenden hebben toegang tot de terreinen van De Unie en het recht gebruik te maken van de daarop aanwezige voorzieningen. Op verzoek van de Terreincommissaris, terreingemachtigde of diens waarnemer, dient de ledenpas te worden getoond.
2. Voorts hebben toegang tot de terreinen van De Unie:
a. passanten, met een pleziervaartuig, volgens onderstaande regels:
1. Een passant mag maximaal 3×24 uur per jaar gebruik maken van deze regeling.
2. de passant is verplicht zich onverwijld aan te melden bij de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris.
3. Passanten mogen alleen op de aangewezen plaatsen afmeren. Deze worden aangeduid met borden en gemarkeerd met gele paalkoppen.
4. De passant is het tarief verschuldigd conform de tarievenlijst. Overdag tot 19:00 uur geldt 50%.
5. Leden van steunpunten of “vrienden van” mogen overal ligplaats innemen. Tarieven volgens afspraken.
b. gezelschappen van niet-Unieleden, mits deze beschikken over een schriftelijke toegangsvergunning, die afgegeven en ondertekend is door de betrokken Terreingemachtigde; de leider van een gezelschap is verplicht onverwijld de schriftelijke toegangsvergunning te tonen aan de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris; een dergelijke toegangsvergunning wordt aan een gezelschap slechts éénmaal per jaar verstrekt voor de in de vergunning vermelde data en duur; een toegangsvergunning voor gezelschappen van niet-Unieleden wordt niet, dan wel bij hoge uitzondering verstrekt voor de zaterdag of de zondag, noch voor enige dag in de periode van 1 juli tot en met 15 augustus;
c. personen die, in opdracht van het bestuur of van door het bestuur gemachtigde organen of personen, onderhouds- of andere werkzaamheden moeten verrichten; deze personen dienen zich onverwijld te melden bij de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris, die zo mogelijk tijdig van een en ander op de hoogte is gesteld.
3. Indien bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, mag de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris afwijkend handelen van het in het vorige lid van dit artikel bepaalde. Hij stelt het bestuur daarvan zo spoedig mogelijk, bij voorkeur binnen twee maal 24 uur, op de hoogte.
Artikel 5. Kiezen en aanwijzen van ligplaatsen
1. Pleziervaartuigen, met een lengte van meer dan 15 meter, mogen geen ligplaats innemen aan de terreinen van De Unie. Bij terreinen en doorvaarten, waarvan de vaarbreedte minder dan 10 meter is mogen pleziervaartuigen, met een breedte van meer dan 3,10 meter, geen ligplaats kiezen. De afmetingen van een pleziervaartuig worden als volgt bepaald:
– de ‘lengte over alles’, d.w.z. inclusief de preekstoel en/of een (niet in te nemen) boegspriet, aangehangen roer, of aangehangen volgboot, of andere (vaste) voor- of achterwaarts uitstekende delen;
– breedte: de ‘breedte over alles’, d.w.z. inclusief zijzwaarden of andere (vaste) uitstekende delen.
Een volgboot (of bijboot) is een vaartuig, dat niet langer is dan 3.50 m.
De bijboot dient in de davits of langszij genomen te worden.
2. Vaartuigen, die niet geschikt zijn om als toerboot te worden gebruikt, zoals woonschepen, aquavans en pontons, mogen – onverminderd de overheidsbepalingen – niet aan de terreinen van de Unie worden afgemeerd, met uitzondering van door de Unie als functioneel aangemerkte vaartuigen.
3. Pleziervaartuigen mogen uitsluitend worden afgemeerd aan de daarvoor door De Unie bestemde ligplaatsen van de terreinen, waarbij gebruik gemaakt dient te worden van de aanwezige meerpaaltjes of meerringen of van eigen meerpennen.
4. Leden en juniorleden zijn verplicht op hun aan een terrein afgemeerd pleziervaartuig op duidelijke wijze aan stuurboordzijde het voor het betreffende jaar geldende embleem van De Unie (sticker) en overdag de Uniegeus te voeren.
5. Een lid mag slechts met één pleziervaartuig ligplaats langs de wal kiezen. Zijn tweede pleziervaartuig of het pleziervaartuig van een juniorlid dient langszij genomen te worden. Indien de doorvaart wordt belemmerd, is het lid verplicht een andere ligplaats te kiezen.
6. De Terreingemachtigde of de Terreincommissaris is bevoegd onder opgave van redenen voor pleziervaartuigen ligplaatsen aan te wijzen. Juniorleden kunnen zonodig voor hun pleziervaartuig een speciale ligplaats aangewezen krijgen.
7. Leden, die vijf achtereenvolgende etmalen (overnachtingen) met hun pleziervaartuig op dezelfde ligplaats aan een terrein hebben gelegen, zijn verplicht, eventueel op aanwijzing van de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris een andere ligplaats aan het terrein te kiezen.
8. Alleen Leden mogen na overleg met de TG en tegen betaling volgens de tarievenlijst, een tentje voor overnachting op het terrein opzetten. De maximale afmetingen zijn 2,50 x 1,50 x 1,50 meter (Lxbxh). Dit is alleen toegestaan tussen 21.00 en 9.00 u. De tentjes mogen alleen aan de binnenzijde van een terrein geplaatst worden en geen belemmering in de doorgang opleveren.
8. In overleg met het bestuur en op grond van een gemotiveerd voorstel kan de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris een lid, wiens pleziervaartuig langdurig aan een bepaald terrein afgemeerd heeft gelegen, doen aanzeggen binnen een week te vertrekken. Daarbij wordt tevens bepaald binnen welke termijn het dat lid niet toegestaan is opnieuw aan dat terrein af te meren. Het desbetreffende lid is verplicht binnen een week te vertrekken en dient na te laten binnen de gestelde termijn terug te keren.
Artikel 6. Vervallen en ontnemen van het recht gebruik te maken van (ligplaatsen aan) terreinen en van ligplaatsen in jachthavens, die steunpunt zijn van De Unie
1. Het recht van een lid gebruik te maken van de (ligplaatsen aan) terreinen en/of de gratis ligplaatsen in jachthavens, die steunpunt van De Unie zijn, vervalt:
a. in het geval het lidmaatschap wordt beëindigd op grond van het bepaalde in artikel 8 van de statuten;
b. in het geval het lid de verschuldigde contributie niet voldoet, na daartoe door de penningmeester schriftelijk te zijn gemaand;
c. in het geval het pleziervaartuig van het lid, naar het oordeel van het bestuur, in een zodanige (verwaarloosde) toestand verkeert, dat daardoor het aanzien van het terrein wordt ontsierd, en het desbetreffende lid, na door het bestuur bij aangetekend schrijven te zijn gemaand tot het verbeteren van de toestand van het pleziervaartuig, daaraan binnen een maand geen gevolg heeft gegeven.
2. Het bestuur is bevoegd een lid, dat herhaaldelijk in strijd handelt met het bepaalde in dit Reglement en de overige reglementen van De Unie, het recht gebruik te maken van de (ligplaatsen aan) terreinen en/of de gratis ligplaatsen in jachthavens, die steunpunt van De Unie zijn, al of niet tijdelijk te ontnemen en hem de toegang tot (ligplaatsen aan) terreinen en/of de gratis ligplaatsen in jachthavens, die steunpunt van De Unie zijn, te ontzeggen. Het desbetreffende lid wordt hiervan door het bestuur schriftelijk en met opgaaf van redenen mededeling gedaan.
3. Indien een lid, van wie het recht gebruik te maken van de (ligplaatsen aan) terreinen en/of de gratis ligplaatsen in jachthavens, die steunpunt van De Unie zijn, is vervallen of ontnomen, niet zelf zijn pleziervaartuig verwijdert van de ingenomen ligplaats, dan is het bestuur bevoegd het desbetreffende pleziervaartuig te verwijderen op kosten van dat lid. De Unie aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van het verplaatsen of elders doen verblijven van het pleziervaartuig en betracht de nodige zorgvuldigheid teneinde het ontstaan van schade zo veel mogelijk te voorkomen.
4. Indien een lid, van wie het recht gebruik te maken van de (ligplaatsen aan) terreinen en/of de gratis ligplaatsen in jachthavens, die steunpunt van De Unie zijn, is vervallen of ontnomen, in gebreke blijft het aan De Unie verschuldigde te betalen, dan komen ook de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten van het innen van de vordering van De Unie ten laste van dat lid.
Artikel 7. Gebruiksregels voor de terreinen van De Unie
1. Eenieder, die is afgemeerd aan of zich bevindt op een terrein, is gehouden de rust en orde niet te verstoren en zich te onthouden van gedragingen, die hinder veroorzaken voor of aanstoot geven aan anderen.
2. Een ieder, die is afgemeerd aan of zich bevindt op een terrein, is gehouden zo nodig en zo mogelijk hulp te verlenen in geval er gevaarlijke situaties ontstaan of dreigen te ontstaan ten gevolge van storm, brand of enig ander onheil.
3. De eigenaar of houder van een pleziervaartuig is verplicht bij het afmeren aan of het verlaten van een ligplaats de aanwijzingen van de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris op te volgen.
4. De eigenaar of houder van een pleziervaartuig is verplicht te zorgen dat zijn pleziervaartuig aan deugdelijke landvasten afgemeerd ligt en wel zodanig, dat het vrij blijft van andere vaartuigen, steiger of palen. Indien het voor het afmeren c.q. verlaten van de ligplaats noodzakelijk is landvasten van naast liggende pleziervaartuigen los te maken, is men verplicht deze terstond weer deugdelijk te bevestigen. Elk pleziervaartuig behoort met voldoende stootwillen te zijn uitgerust, die in goede staat en van de juiste afmetingen zijn. Wordt aan een en ander, naar het inzicht van een Terreingemachtigde of een Terreincommissaris, niet voldaan, dan heeft deze het recht hierin te voorzien of te laten voorzien op kosten van de eigenaar of houder van het desbetreffende pleziervaartuig.
5. Het is toegestaan huisdieren aangelijnd op een terrein te laten vertoeven. De eigenaar of toezichthouder is verplicht de uitwerpselen van deze huisdieren onmiddellijk en grondig te verwijderen. Na overtreding van deze bepaling volgt één waarschuwing. De Terreingemachtigde en/of de Terreincommissaris is bevoegd, in overleg met het bestuur, de betrokkene, die deze bepaling daarna niet nakomt, langer verblijf op het terrein te ontzeggen.
6. Werkzaamheden aan het pleziervaartuig welke hinder en/of schade kunnen veroorzaken en/of gevaarlijk zijn voor derden mogen bij of op een terrein niet worden uitgevoerd.
7. Het is de eigenaar of houder van een pleziervaartuig niet toegestaan dit pleziervaartuig langer dan 12 uren onbeheerd aan een terrein achter te laten. In bijzondere gevallen kan de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris dispensatie verlenen tot het langer onbeheerd achterlaten van dat pleziervaartuig.
8. Het is voorts niet toegestaan:
– een ligplaats aan een terrein te reserveren;
– met een bijboot of een volgboot een ligplaats in te nemen;
– Voorzieningen, installaties of andere inventaris van De Unie te beschadigen of daaraan op eigen initiatief veranderingen aan te brengen;
– De terreinen en het aangrenzende water in welke vorm dan ook te verontreinigen, bijvoorbeeld door het gebruiken van een toilet met afvoer op het buitenwater, het lozen van vervuild bilgewater, oliën, verfresten of andere chemicaliën, etc.; bij opzettelijke lozingen wordt door het bestuur aangifte gedaan bij de politie;
– Huishoudelijk en ander afval, afkomstig van het pleziervaartuig, achter te laten op een terrein van De Unie, tenzij daarvoor een voorziening aanwezig is;
– werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten aan pleziervaartuigen of aan installaties en apparaten daarin, indien daarbij gevaar kan ontstaan van brand of ontploffing;
– Motoren zodanig lang te laten draaien, dat dit hinder veroorzaakt;
– In de nabijheid en in het vaarwater van de terreinen snel te varen en/of golfslag te veroorzaken;
– In het vaarwater binnen de terreinen met zeiljachten, welke voorzien zijn van een motor, te zeilen;
– Vallen van zeiljachten hoorbaar tegen de mast te laten slaan of anderszins hinderlijk lawaai te doen veroorzaken;
– Radio- of TV-apparaten zodanig te gebruiken, dat deze buiten het eigen pleziervaartuig hoorbaar zijn;
– ‘s Avonds na 10 uur op of nabij een terrein van De Unie te musiceren of anderszins geluidoverlast te veroorzaken; tijdens evenementen van De Unie kan hierop een uitzondering gelden;
– Leidingwater te gebruiken voor wassen en/of schoonspoelen van het pleziervaartuig, e.d.;
– Te vissen in het water binnen het terrein, zodanig dat daardoor de doorvaart van anderen wordt gehinderd;
– Afgemeerd aan een terrein reclame te voeren en/of commerciële activiteiten te ondernemen, zonder toestemming van het bestuur;
– Op zijn pleziervaartuig, zonder toestemming van het bestuur, aanduidingen te bevestigen, die verkoop van het pleziervaartuig beogen;
– Wasgoed te drogen te hangen of te leggen op een plaats op een terrein, die vanaf het water zichtbaar is;
– Objecten en voorwerpen op het terrein te plaatsen, zonder voorafgaande toestemming van de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris;
– Vuren en barbecues aan te steken en/of brandend te houden op een andere dan de aangewezen plaats zonder voorafgaande toestemming van de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris;
– Tenten en/of voorwerpen op een terrein te plaatsen, zonder voorafgaande toestemming van de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris;
– Op een terrein van De Unie te rijden met auto’s, motoren, bromfietsen en fietsen, of deze voertuigen daar te parkeren;
– Op of in de nabijheid van een terrein van De Unie een wapen bij zich te hebben;
Dit geldt ook voor o.a. windbuksen, katapulten, alarmpistolen, etc..
9. Het gebruik van een aggregaat is niet toegestaan bij of binnen de terreinen van De Unie, tenzij dit aggregaat zich bevindt binnenin het pleziervaartuig, is voorzien van een natte uitlaat en slechts een ‘fluistergeluid’ maakt. Een zodanig aggregaat mag uitsluitend zijn ingeschakeld tussen 08.30 en 10.00 uur, tussen 12.00 en 13.00 uur en tussen 17.15 en 19.30 uur.
Artikel 8. Stroomvoorziening
1. Levering van elektriciteit geschiedt uitsluitend via aansluitpunten op de terreinen, nadat door de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris de plaats van de aansluiting is toegewezen. Het tarief wordt jaarlijks vastgesteld in de algemene ledenvergadering als bedoeld in artikel 12, lid 2, van de statuten.
2. Een lid of passant is, voor zover beschikbaar, gerechtigd gebruik te maken van maximaal één aansluitpunt op het elektriciteitsnet. Het maximaal aan te sluiten vermogen is bekend bij de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris. Op een aansluitpunt mag slechts 1 elektriciteitskabel aangesloten worden. Deze kabel dient, evenals de 230 V installatie aan boord, aan alle wettelijke eisen te voldoen en moet ononderbroken zijn.
Artikel 9. Milieu
1. Alle afval, afkomstig van de pleziervaartuigen van leden, juniorleden en passanten, dient mee te worden genomen naar huis. Huishoudelijk afval kan, indien daarvoor een voorziening aanwezig is, in deugdelijke en afgesloten zakken in de daarvoor bestemde container van De Unie worden gedeponeerd.
2. Het is toegestaan kleine onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit te (laten) voeren aan te water liggende pleziervaartuigen of onderdelen daarvan, indien daarbij geen hinder wordt veroorzaakt voor anderen en het water van het terrein niet wordt vervuild.
3. Het uit (laten) voeren van grote onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan pleziervaartuigen of onderdelen daarvan, zoals machinaal slijpen en lassen, is bij de terreinen niet toegestaan.
Artikel 10. Veiligheid
1. De eigenaar of houder van een pleziervaartuig met een binnenboordmotor of met een motor met losse brandstoftank is verplicht er zorg voor te dragen dat er aan boord tenminste één goedgekeurde en gebruiksklare brandblusser aanwezig is met een minimale inhoud van 2 kilogram. Deze blusser dient in goede staat te verkeren en goed te werken bij het bestrijden van olie- of benzinebrand aan boord.
2. De eigenaar of houder van een pleziervaartuig, waarin een gasinstallatie wordt aangelegd of aanwezig is, dient er zorg voor te dragen dat deze wordt aangelegd, wordt onderhouden en/of wordt gebruikt volgens de geldende (wettelijke) richtlijnen en zich te allen tijde in goede staat bevindt.
3. De eigenaar of houder van een pleziervaartuig dient er zorg voor te dragen dat de elektriciteitsleidingen en de elektrische installaties aan boord van goede kwaliteit, met voldoende capaciteit en voldoende gezekerd zijn. De elektriciteitsleiding van het pleziervaartuig naar de walaansluiting dient ononderbroken en op een degelijke wijze beschermd te zijn tegen beschadiging, bijvoorbeeld ten gevolge van schavielen.
Artikel 11. Specifieke aanwijzingen voor passanten
1. Aan passanten worden ligplaatsen aangewezen door de Terreingemachtigde of Terreincommissaris. Zij dienen zich daartoe te melden. Betaling van de liggelden, toeristenbelasting, enz. dient contant bij de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris te worden gedaan tegen ontvangst van een betalingsbewijs, dat zichtbaar moet worden opgehangen of geplaatst binnen het desbetreffende pleziervaartuig.
2. Op eerste aanzegging van de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris dient degene die het aangaat zijn pleziervaartuig te verhalen of te verwijderen. Bij weigering gebeurt hetgeen nodig is door of vanwege het bestuur op kosten van de nalatige.
Artikel 12. Wangedrag
Het bestuur en de Terreingemachtigde of de Terreincommissaris, namens deze, hebben het recht een ieder die zich schuldig maakt aan wangedrag al of niet onmiddellijk of tijdelijk de toegang tot de terreinen te ontzeggen. De betrokkene wordt hiervan mondeling respectievelijk schriftelijk in kennis gesteld. In de aanzegging wordt duidelijk de reden aangegeven waarom het bestuur heeft besloten de betrokkene al of niet onmiddellijk of tijdelijk de toegang tot de terreinen van De Unie te ontzeggen.
Artikel 13. Slotbepaling
1. In gevallen, waarin het Reglement voor de Terreinen en de Steunpunten van De Unie niet voorziet, beslist het bestuur en legt daarover verantwoording af aan de algemene ledenvergadering.
2. Het Reglement voor Terreinen en Steunpunten van De Unie wordt verstrekt aan de leden en juniorleden en ligt ter inzage bij de Terreingemachtigde.
Aldus vastgesteld en goedgekeurd door de algemene jaarvergadering, gehouden op 16 maart 2022 te Sassenheim.